top of page
  • Foto van schrijverIra Slikker

Ira, meer persoonlijk


Het was in 1991 toen ik op 17-jarige leeftijd te horen kreeg dat mijn ouders gingen scheiden. Als oudste van vier kinderen en zo groen als gras kwam dit nieuws keihard aan; ik begreep er niets van. Allerlei vragen volgden, maar antwoorden van mijn ouders kreeg ik niet. Ik werkte als kinderoppas in een gezin waar ik regelmatig aan tafel schoof. Van dichtbij maakte ik voor het eerst mee hoe een liefdesrelatie er ook uit kon zien. Dat was een cultuurshock. Als later de man des huizes geraffineerd avances richting mij maakt, is de verwarring compleet. Voor het eerst werd ik stapelverliefd, maar ging nergens op in, want, “dat hoort toch niet wat hij doet?!!” Mijn hoofd maakte overuren; “hoe kan een relatie die zo goed lijkt, dan toch eigenlijk helemaal niet goed zijn?” Er volgden meer vragen waarop ik zelf naar antwoorden ging zoeken. En de interesse in liefdesrelaties was geboren.

Als 18-jarige verslond ik literatuur zoals ‘De leerschool der liefde’ (Flaubert) tot zelfhulpboeken als ‘Liefde is een werkwoord’ (Vansteenwegen). Nummers over liefde draaide ik grijs (Robert Long). Inmiddels ging ik op kamers wonen in Den Haag vanwege mijn 4-jarige HBO studie aan de HALO (Haagse Academie voor Lichamelijke Opvoeding). De films die ik kon huren bij de videotheek waarboven ik woonde (o.a. Truffault, Lelouch) waren ook heerlijk om bij weg te dromen, maar al met al begreep ik er nog niet veel van...

Na het eerste liefdesverdriet enigszins verwerkt te hebben, volgde een ontdekkingstocht op het gebied van de liefde; van verliefdheidjes tot afwijzingen, van korte relaties tot verschrikkelijk liefdesverdriet, van belazerd worden tot spannende affaires met oudere gebonden mannen en dus zelf bedonderen. “Geniet van het leven, het duurt maar even”, dacht ik met mijn jeugdige onbezonnenheid en nonchalance. Ik was alleen met mezelf bezig. Langzaam drong het tot me door dat wat ik deed, ook een keerzijde had. Niet alleen voor de bedrogen echtgenotes met misschien kinderen, maar ook voor mij. Ik kwam tot inkeer en besefte dat ik anderen en met name mijzelf, moest gaan respecteren.

Mijn interesse in het menselijk gedrag groeide met de tijd. In het vierde jaar van de HALO deed de mogelijkheid zich voor een tweede studie gratis te volgen. Aan de Universiteit van Leiden begon ik een studie Psychologie die, na de HALO, vanwege financiële redenen niet voltooid kon worden.

Tijdens mijn eerste baan als docente lichamelijke opvoeding op een middelbare school belande ik ongewild in een driehoeksrelatie. De man waarop ik ernstig verliefd was en met wie ik een paar maanden een relatie had, bleek een vriendin te hebben. Ook bleek hij nog getrouwd te zijn met een andere vrouw. Ik werd verscheurd, maar wilde hoe dan ook mijn toekomst met hem delen. Zijn valse beloftes, mijn (wan)hoop en verslaving aan hem zorgden ervoor dat ik alles voor hem deed. Alles draaide om hem. En ik kon alleen maar huilen. Toen ik voor de zoveelste keer met tranen in zijn spiegel keek, brak er iets in mij. Ik kon niet meer. Resoluut zette ik een punt achter de driehoeksrelatie. Dit moment bleek een keerpunt in mijn leven.

Met schade en schande, opstaan en vallen werd ik wijzer. Er ontstonden vele diepgaande gesprekken met mijn 47 jaar oudere oma die soortgelijke en andere ervaringen bleek te hebben. Ze bleek haar tijd ver vooruit te zijn. Een unieke vriendschap voor het leven ontstond en zo leerde ik van haar levenservaring. Haar ‘common sense’ wijsheden, in combinatie met kennis opgedaan uit het (her)lezen van boeken, zorgde ervoor dat ik in een rap tempo veranderde. Ineens begreep ik dat alle antwoorden in mijzelf lagen. Alles viel op zijn plek. Ik begreep ‘het’. Ik veranderde de manier waarop ik dacht, mij gedroeg en me voelde in relatie tot mijzelf. Ik bleef alleen en voelde mij sterk. Er was voor het eerst een rustige kalmte in mijn leven. Totdat ik Floris voor het eerst in zijn ogen keek...

Als donderslag bij heldere hemel voelde ik op 29-jarige leeftijd, instinctief dat deze 40-jarige man van een volstrekt andere orde was; mijn ware grote liefde. Maar... hij droeg een trouwring, woonde gescheiden van vrouw en kinderen en lag in echtscheiding. Floris bleek net zo getroffen. Ik wist precies wat me te doen stond. Allebei waren wij bereid alles te doen wat ervoor nodig was om onze liefde op een later moment een kans te kunnen geven, en dat was afstand nemen en geen contact meer hebben met elkaar. Met een bijna onmenselijk gevoel en amper 10 uur kennismaking besloten we ieder onze eigen weg te gaan. Met het vertrouwen dat als we voor elkaar bestemd waren, we weer bij elkaar zouden komen. En zo niet, dan had dat zo moeten zijn. Een jaar later voegden we langzaam maar zeker onze levens, met Floris’ kinderen van 4 en 6 jaar, samen. Dat ging niet zonder slag of stoot, maar wel hand in hand.

Intussen werkte ik wat jaren in zowel het basis- als voortgezet onderwijs als docente lichamelijke opvoeding, mentor en vertrouwenspersoon. Aanspreekpunt zijn voor o.a. leerlingen met klachten/problemen (o.a. relatieproblemen ouders, echtscheidingen) die van invloed waren op hun welbevinden, gaf mij meer voldoening dan het lesgeven zelf. Ik kon ze in de juiste richting wijzen. In 2004 besloot ik dat het tijd was voor iets anders.

De gewenste psychologiestudie lag financieel gezien niet binnen bereik. Na een oriëntatiefase besloot ik een door de politie betaalde 4-jarige opleiding tot Politiekundige te volgen aan de Nederlandse Politie Academie (NPA) te Apeldoorn. Een aantal jaren werkte ik zowel op operationeel-, tactisch- en strategisch niveau en deed onderzoek in de V.S. naar de aanpak van street gangs in Chicago. Ook hier werd mij duidelijk dat relaties in het algemeen, en huwelijken en families in het bijzonder, voor je ogen uit elkaar kunnen vallen.

In mijn laatste functie als strategisch analist, behorend tot de staf korpsdirectie (destijds) Haaglanden, had ik problematische jeugdgroepen in mijn portefeuille. Een interessante functie, maar de keuze voor de politie bleek niet overeenstemmend met wie ik ben. Mijn hart zat er niet in; ik had geen passie voor het vak, geen opwinding. Mijn carrière bij de politie gaf ik op met als doel mij te ontwikkelen tot relatietherapeut. In het vervolg wilde ik mij bezig houden met een van de belangrijkste zaken in het leven waar ik al zo lang interesse in had; liefdesrelaties.

In 2010 verruilde ik mijn politie carrière voor de gedroomde psychologiestudie aan de Universiteit Leiden.

Na de toelating startte ik met een hoge prestatiemotivatie aan een versneld traject van 3 bachelor jaren in 1 jaar. Tijdens de studie kwam ik er achter dat ik mij niet primair als therapeut wil bezig houden met mensen die lijden aan psychische klachten of stoornissen. Ik wil mensen helpen die om alledaagse redenen vastlopen in hun liefdesrelatie. Mijn doel was en is, scherp stellen op hoe je moeilijkheden kunt oplossen in plaats van het concentreren op het ontstaan ervan. Op deze wijze ben ik in staat relaties te redden en/of naar een hoger niveau te brengen. De term relatiecoach past mijns inziens het beste bij een dergelijke benadering.

Inmiddels ben ik met trots echtgenote van Floris, “tweede moeder” van inmiddels volwassen Olivier en Livia en moeder van basisschoolgaande kinderen Lonneke en Oscar. Vanaf het moment dat Floris en ik elkaar in de ogen keken, was de eerste steen gelegd voor een stevig fundament. Daar bouwen we met ontzettend veel plezier en soms pijn en moeite onze relatie en gezin op voort. Ons gezin inspireert ons voortdurend om ‘het goed te doen’ en niet met minder genoegen te nemen. Een dagelijks onophoudelijk proces. We zijn ons bewust van alles dat van invloed kan zijn op ons als individuen, onze relatie en ons gezin. Als ouders zijn wij de beschermers, voorbeelden en leiders van onze kinderen. Of het nu bedreigingen zijn van buitenaf, of invloeden binnen ons eigen gezin of uit onze geschiedenissen. We zijn bereid alles te doen zodat de kinderen kunnen worden wie ze zijn en zo succesvol en gelukkig kunnen worden, net als hun ouders!



bottom of page